Vrijdagochtend, niet zomaar een ochtend

Om 9:30 zat ik al in de wachtkamer van de neuroloog. Oei, ik wil graag weer de controle terug hebben. Een tijd terug kwam ik altijd net op tijd aan. Heel vroeger wilde ik graag goed op tijd komen of eigenlijk veel te vroeg. Ditmaal neig ik weer naar goed van tevoren op tijd zijn. Ik kijk om mij heen en zie vrolijk gekleurde stoelen aan mijn linkerkant staan en aan de andere kant staan de oude houten stoelen nog. Of vervang dan meteen alles, of wacht nog even met de nieuwe stoelen plaatsen, denk ik dan. Je moet wat overdenken als je nog minimaal een half uur moet wachten.

We kijken naar de televisie waar telkens opnieuw weer tevoorschijn komt dat het ziekenhuis hygiëne zo belangrijk vindt en je je arts mag aanspreken wanneer hij zijn handen vergeet te wassen. Ik zal eens kijken of mijn neuroloog zo in de spreekkamer haar handen wast.

“Mevrouw Schokker”, hoor ik. Ik sta op en geef mijn neuroloog onhandig een hand. Want deze is vol met mijn tas en ‘Mexicaanse poncho’, zoals mijn lieftallige broer hem noemt. Ik neem plaats in de stoel en we steken meteen van wal. “Ik las in uw aantekeningen toen u uw afspraak plande dat u het wilde hebben over medicatie.” Ik had het volgende geschreven: Ik wil het graag hebben over medicatie, wat u vast niet zal verbazen. (Elke keer als we een gesprek hadden, wilde ik stoppen met het slikken van medicatie.)
“Dat klopt”, antwoord ik.
– “Eerst wil ik natuurlijk weten hoe het met u gaat.”
“Goed.” Normaal ben ik niet zo kort van stof, maar dit keer verbazingwekkend genoeg wel.
– “U heeft geen aanvallen meer gehad?”
“Nee.”
Ze kijkt me glazig aan. Ja, dan moet je maar geen ontkennende vragen stellen.
“Het klopt, dat ik geen aanvallen meer heb gehad, anders had ik wel gebeld naar de poli. Wat we hebben afgesproken.” Ik ben wat kortaf merk ik. Dat komt denk ik doordat mijn betrouwbaarheid in twijfel wordt genomen.

De neuroloog krijgt te horen dat ik eenmaal wil proberen om met de medicijnen te stoppen. Ze geeft aan dat als ik nu stop mijn rijbewijs voor 3 maanden ongeldig is. Omdat ik eerst twee jaar insultvrij moet zijn, om te mogen stoppen met de medicatie.

Met andere woorden: op 1 november bouw ik mijn medicatie af, omdat ik dan hoop twee jaar insultvrij te zijn. Want nu ik dat rijbewijs eindelijk heb, heb ik geen zin om drie maanden niet te mogen rijden. De vakantie gaan we  dus nog even door met medicijnen slikken. Stiekem ook nog wel een verademing in gedachte dat onze jongste smurf in de nacht nog wakker wordt door zijn grote jongens bed.

Ik geef mijzelf dus nog even de tijd om te wennen aan het idee. Want natuurlijk ben ik angstig en moet het vertrouwen weer groeien vanaf nul.

Je hebt nog even de tijd, Anita. En met die gedachte loop ik de spreekkamer uit. Ik kijk nog snel even naast de deur en zie geen zeeppompje hangen. Ik moet mijn neuroloog toch nog een keer aanspreken op haar ‘niet handen gewassen gedrag’. Maar misschien spreek ik haar wel nooit meer. Laten we het hopen.

Geschreven: juni 2019
© Mama in de val

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close