Ontspoord

Met mijn fiets in de hoogste versnelling kom ik aan op het station. Ik moet nog steeds een beetje wennen aan gezette tijden waarin mijn vervoer vertrekt. Wanneer ik vroeger met de auto wegging kon ik zelf de tijden bepalen en reed mijn auto weg op tijden die ik voor hem had bedacht. Al bestuurde ik deze nog wel zelf, zo rijk ben ik nou ook weer niet om een chauffeur te kunnen betalen, laat staan een zelfrijdende auto.

Ik loop het perron op en opeens schiet mij een herinnering te binnen. Er was eens een man die een insult kreeg terwijl hij op het perron stond te wachten op de trein. Hij viel op het spoor. Tegelijkertijd met die herinnering in mijn gedachte doe ik een paar stapjes opzij, verder weg van de rails. Lopen langs de treinrails kan in een dodelijke afloop eindigen. De dodelijke afloop is iets waar ik niet te vaak bij stil wil staan maar af en toe kom ik er niet onderuit. Dat is maar goed ook want dat maakt me bewuster van het feit dat ik mezelf de veiligheid moet bieden. In dit geval kunnen die paar stapjes opzij levensreddend zijn. Mijn hersenen werken verder en ik vraag me af of er mensen zullen zijn die mij achterna zouden springen wanneer ik op de treinrails zou vallen tijdens een insult. Waar ik anderen adviseer om mij gewoon te laten bij een insult en vooral geen stokjes in mijn mond te steken is dit juist een geval waarbij je wel moet handelen.

Maar wat zou ik zelf doen, wanneer ik iemand op een treinrails zie vallen, met of zonder insult? Het ligt er deels aan in hoeverre de trein dichterbij komt, maar tegelijkertijd schieten de beelden van mijn kinderen aan mij voorbij. Wat als mijn handelingen te traag zijn en mijn kinderen geen mama meer hebben? Wat als ik blijf staan en ik voor mijn ogen dingen zie gebeuren die ik hier liever niet beschrijf, maar daarbij andere kinderen hun moeder ontneem? Dilemma’s waarvan je hoopt nooit het antwoord op te moeten geven.

Eenmaal in de trein schieten de weilanden aan mij voorbij. Ik overdenk de vraagstukken. Al kijkend naar buiten zie ik een moeder die haar kindje leert fietsen. En dan schiet het antwoord op dit vraagstuk mij te binnen: ik zal mijn leven wagen om dat van een ander te redden. Ik hoop dat velen van jullie mij daarin zullen volgen. Wie weet lukt het mij met mijn superkrachten om deze vrouw van het spoor te redden, zodat alle kinderen hun moeder behouden. En misschien lukt het me niet, maar dan hoef ik niet te leven met de gedachte dat ik niets heb gedaan om het leven van deze vrouw te redden.

Ik stap uit de trein en zet een stap op het perron. Ik loop automatisch naar het midden van het perron. Het geeft een goed gevoel dat dit een automatisme gaat worden. Ik kijk naar de stationsklok die mij vertelt dat ik ruim op tijd ben voor mijn afspraak. Iets wat mijn horloge vroeger amper tegen mij zei, omdat mijn auto niet altijd op tijd vertrok door een bepaalde externe factor genaamd: Anita.

Geschreven: Maart 2018
© Mama in de val

 

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close